Voor de opmaak van drukwerk wordt er gebruikt gemaakt van een vast grid of raster. De formule voor de opbouw van het grid is dynamisch zodat het voor elke vorm van drukdrager gebruikt kan worden. Het grootste doel van het raster is om te waken over witruimtes en afstanden, maar biedt toch nog genoeg creatieve vrijheid naar de toekomst toe.
Opbouw
Bij de opmaak van een drukdrager wordt er altijd eerst het grid ingesteld. Zo kan er direct met de juiste verhoudingen ontworpen worden.
De opbouw gebeurt als volgt:
1. Neem de breedte van het eindformaat van de drukdrager en deel deze door 40. De breedte is nu in 40 gelijke delen verdeeld.
2. Doe hetzelfde met de lengte van de drager. Er ontstaat een onzichtbaar raster van 1 600 blokjes verdeeld over heel de drager.

Minimummarges
De minimummarges van elk drukwerk is gelijk aan 4 blokjes van het grid boven- en onderaan en 3 blokjes links en recht. In die zone mag er geen tekst geplaatstworden. Indien er aflopend gedrukt wordt, kunnen vlakken en foto’s buiten de marges gaan.
Kolommen
Binnen de marges wordt er gebruikt gemaakt van kolommen voor het uitlijnen van de tekst. Deze worden verdeeld over 6 met een tussenruimte van 2 blokjes vanhet grid. Samen met de minimummarges is één kolom gelijk aan vier blokjes van het grid.
Lopende tekst loopt nooit van de linkermarge helemaal tot de rechtermarge zonder onderbrekingen. Gebruik de kolommen om onderverdelingen te maken die aangenamer zijn om te lezen.
Onderlinge afstanden
De afstanden tussen tekst en afbeeldingen of andere elementen worden ook gedefinieerd door het grid. De vuistregel is dat deze minstens 2 blokjes van het grid van elkaar verwijdert moeten zijn.